Regeldruk neemt toe door grote afnemers

Regeldruk neemt toe door grote afnemers

Geplaatst op 30 juli 2015, door Frans la Poutré (franslapoutre@2xplain.nl)

2,5 miljard, dat is het bedrag dat het kabinet tot 2017 voor bedrijven en burgers wil besparen door de regeldruk te verminderen. In de voorjaarsrapportage 2015 staat dat daarvan thans 2,37 miljard in kaart is gebracht, waarvan inmiddels 1,35 miljard is gerealiseerd. Recente "successen" zijn de digitale vrachtbrief en de parkeer-app, beide goed voor zo'n 100 miljoen. Uitgaande van 8 miljoen auto's bespaart iedere automobilist dus € 12,50 per jaar; geld dat de gemeenten mislopen. Benieuwd wat die met de parkeertarieven gaan doen.

Maar laten we aannemen dat de voorgespiegelde cijfers kloppen (lees hieronder waarom ik daar aan twijfel) en dat we inderdaad allemaal profiteren van verminderde overheids-regeldruk. Hoe komt het dan dat we dat nauwelijks zo ervaren? Een belangrijke oorzaak daarvan is dat steeds meer partijen ons regels gaan opleggen. Niet omdat daar wettelijke basis voor is, maar omdat het partijen zijn waarvan we afhankelijk zijn.

Privatisering leidt tot nieuwe gegevensuitvraag

Een mooi voorbeeld zijn de privatiseringen in de sociale zekerheid. Allerlei bemoeienis van de overheid verdween, waardoor mooie besparingen op regeldruk konden worden bijgeschreven. Omdat de aansprakelijkheid van werkgevers tegelijkertijd alleen maar toenam, moesten die zich privaat verzekeren. In plaats van een grote gegevensstroom richting overheid waren er vanaf dat moment dus meerdere gegevensstromen in verschillende formaten.

Voorgeschreven factuurlayout

De laatste tijd zien we een nieuwe partij opduiken die zijn regels oplegt: de klant. En dan met name als dat een grote onderneming is. Pagina's dikke inkoopvoorwaarden bestaan al veel langer, maar tegenwoordig worden steeds vaker de betalingsvoorwaarden en zelfs de layout van de factuur voorgeschreven.

Een voorbeeld:

2Xplain geeft Nederlandstalige vakinformatie en cursussen voor Nederlandse HR- en salarisadministrateurs, conform de Nederlandse wetgeving. Een salarisadministrateur heeft al vaker cursussen gevolgd en schrijft weer voor een cursus in. De internationaal werkende werkgever heeft haar procedures gestroomlijnd om efficiënter te kunnen werken. Er komt per e-mail een aankondiging dat de order eraan komt. In het Engels. Onze administrateur is niet geselecteerd op beheersing van de Engelse taal, want wij doen helemaal niets in het Engels. De bedoeling is dat we een klantformulier invullen en mailen. De gevraagde gegevens zijn allemaal bij de klant bekend, want ze doen al langer zaken met ons.

Dan komt de order binnen. Deze verwijst voor het factureren naar de Engelstalige handleiding, een document van 13 pagina's. In deze handleiding staat voorgeschreven wat waar op de factuur moet staan. Verder wordt aangegeven dat de factuur niet in behandeling wordt genomen zolang de cursus niet heeft plaatsgevonden. De factuur moet naar Manilla, een kopie moet naar een adres in Spanje, maar de order moet op naam worden gesteld van de vestiging in Ierland. Uiteraard moet alles weer in het Engels.

Betalen na 90 dagen

Dit voorbeeld is tot nu toe het meest vergaande, maar afnemers die eenzijdig een betalingstermijn van 60 of 90 dagen hanteren zijn al heel gewoon. En ik moet er niet aan denken dat we straks voor allerlei klanten aparte factuur-layouts moeten gaan maken en onze medewerkers op Engelse les sturen. Als kleinere partij is de keuze helaas slechts tussen meedoen of de klant kwijt zijn. Als straks meer klanten met zulke voorschriften komen (en ik vrees dat dat gaat gebeuren) zijn de voordelen van de digitale vrachtbrief en de parkeer-app snel weggesmolten.

Verplicht meewerken aan belastingontwijking

Los van de directe administratieve rompslomp is er nog een bizar aspect aan deze ontwikkeling. De factuur naar een lagelonenland, de afnemer in een EU-land met een prettig belastingregime. De belasting die in de Nederlandse schatkist zou moeten vloeien verdwijnt naar elders. Belastingontwijking is niet tegen de wet, maar voor onze economie zeer onwenselijk. En u mag raden wie er voor moeten zorgen dat onze schatkist toch gevuld blijft.

Je zou haast gaan pleiten voor strenge regelgeving. Maar dan haalt het kabinet haar doelstelling niet. Niet meedoen betekent klanten verliezen en is ook geen aantrekkelijke optie. Een beroep doen op gezond verstand? Met gezond verstand was het sowieso niet zo ver gekomen. Ik weet zo gauw geen oplossing. Maar we zijn wel erg verkeerd bezig zo.

Hoe kijkt u hier tegenaan? Praat mee op www.facebook.com/2xplain of Vakgroep salarisadministratie op LinkedIn


Relevante links:

Hoe "besparen" we 10 miljoen per jaar?

In het "Overzicht regeldruk effecten kabinetsmaatregelen bedrijven, burgers en professionals" publiceert het kabinet de bereikte en aangekondigde besparingen. De paragraaf over de gewijzigde cookiewet geeft een aardig inkijkje in hoe de besparingen berekend worden.

"Door de wijziging van de cookiebepaling in de Telecommunicatiewet zullen cookies die geen of slechts geringe gevolgen hebben voor de privacy niet langer onder de informatieplicht en toestemmingseis vallen. Er wordt alleen nog om toestemming aan de gebruiker voor het plaatsen van cookies gevraagd als de privacy in het geding is. Dit betekent een lastenvermindering voor de betrokkenen website-eigenaren, die geen meldingen en buttons meer hoeven te plaatsen. In de praktijk zal het vooral gaan om het gebruik van cookies voor webanalyse. Dergelijke cookies worden door zowel non-profit (overheid, verenigingen etc.) als door commerciële websites gebruikt. Commerciële websites zullen daarbij echter heel vaak ook gebruikmaken van cookies die wel gevolgen van betekenis voor de privacy hebben, zoals tracking cookies. Het zijn dus naar verwachting vooral de nieuwe non-profit websites die van de wetswijziging zullen profiteren (nieuwe websites, want bestaande websites zullen immers al de huidige cookiebepaling hebben geïmplementeerd). De Stichting Internet Domeinnamen (SIDN) verwacht dat er in de komende jaren ongeveer 100.000 nieuwe non-profit websites per jaar bijkomen. Een eenvoudige oplossing om te voldoen aan de vereisten van de cookiebepaling kostte naar schatting zo'n anderhalf uur tijd voor een websitebouwer (tegen een uurtarief van 70 euro). Deze kosten kunnen dus vervallen. De vermindering van inhoudelijke nalevingskosten bedraagt voor niet-commerciële websites dus 10,5 miljoen euro per jaar. Geschat wordt dat een klein deel daarvan, te weten 0,5 miljoen, geacht wordt ten goede te komen aan overheidswebsites en de resterende 10 miljoen aan websites van (georganiseerde) burgers."

Dat de cookiewet 2 jaar eerder is ingevoerd en tot een veelvoud aan extra lasten heeft geleid is in het overzicht niet terug te vinden. Evenmin dat de eenmaal geschreven code niet voor iedere website opnieuw geschreven hoeft te worden en dus niet telkens weer anderhalf uur kost. (Ik vermoed dat de cijfers aan automatiseringsprojecten van de overheid zelf ontleend zijn.)

Naar alle blogs

Docnr: 89716