Elk jaar rond deze tijd worden veel ondernemers geconfronteerd met de eindafrekening van de Werkkostenregeling (WKR). Een moment waarop de eindbalans wordt opgemaakt. Welke vergoedingen en verstrekkingen zijn aangewezen in de vrije ruimte en voor welke bedragen? En natuurlijk: hoeveel bedraagt deze vrije ruimte? Want ja, bij overschrijding volgt een forse eindheffing van 80%.
De salarisprofessionals zijn er sinds het vierde kwartaal van vorig jaar al best druk mee. Sturen waar nog te sturen valt, optimaal benutten daar waar mogelijk. Vele trainingen over allerlei WKR-kwalificaties hebben zij gevolgd. Maar in hoeverre zijn de ondernemers er zelf bewust mee bezig?
Desinteresse?
De WKR is bedoeld om werkgevers eenvoudiger en flexibeler te laten omgaan met vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers. In de praktijk blijkt de WKR toch een stuk complexer uit te pakken dan dat de bedoeling was. Zit de salarisprofessional - of accountant - er niet bovenop, dan blijkt dat veel ondernemers pas bij de eindafrekening ontdekken dat ze (onbedoeld) over de vrije ruimte heen zijn gegaan. Dit komt vaak door een gebrek aan inzicht, bijvoorbeeld in hoe vergoedingen administratief worden verwerkt of doordat men niet scherp heeft welke kosten precies binnen de WKR vallen. Of is het desinteresse?
Luxe
Heeft het wel met bewustwording te maken? Is de regeling niet veel te complex voor de gemiddelde ondernemer? Grote bedrijven hebben vaak iemand op de administratie zitten die de WKR scherp in de gaten houdt, maar de gemiddelde mkb-er heeft deze luxe niet en moet het doen met informatie van zijn boekhouder.
Voor je het weet
Moeten ondernemers zich beter verdiepen in de WKR? Zeker. Maar ligt hier niet ook een taak voor de overheid? Zij zou zich best nog eens mogen buigen over de grote diversiteit van alle regels rondom de vergoedingen en verstrekkingen. Voor ons als professionals is de WKR soms al een uitdaging, laat staan voor de gemiddelde ondernemer. En de ervaring leert… als het te complex wordt dan haakt menigeen af. En voor je het weet zit je wéér met een onaangename verrassing.
Janita Klomp