Bij einde deelname blijft naast opgebouwd ouderdomspensioen of het pensioenkapitaal, alleen het opgebouwde partner- en wezenpensioen in stand. Hoeveel dat precies is, hangt af van de pensioenregeling van de werkgever. Er wordt niets uitgekeerd, want dat gebeurt natuurlijk alleen bij overlijden van de werknemer/gewezen deelnemer. In de nieuwe pensioenregelingen onder de Wet toekomst pensioenen is geen sprake meer van opgebouwd partner- en wezenpensioen. Dan is er alleen nog maar sprake van partner- en wezenpensioen op risicobasis bij overlijden voor de pensioendatum. De wetgeving kent dan verschillende mogelijkheden om de dekking van deze pensioenvormen voort te zetten.
Heeft iemand niet direct een nieuw dienstverband? Dan geldt dat de
dekking van het partner- en wezenpensioen standaard drie maanden na einde
deelname doorloopt. Sociale partners kunnen ervoor kiezen deze termijn tot zes
maanden te verlengen. Komt een werknemer in de WW en heeft hij recht op een
werkloosheidsuitkering? Dan loopt de dekking van het partner- en wezenpensioen
ook door, zolang iemand deze uitkering heeft. Hetzelfde geldt voor iemand met
een uitkering op grond van de Ziektewet.
Na deze periode kan een gewezen deelnemer er zelf voor kiezen om de dekking van het partnerpensioen vrijwillig voort te zetten. Dit gaat dan wel ten koste van het kapitaal dat bestemd is voor het ouderdomspensioen (en eventueel partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum). De gewezen deelnemer betaalt dit dus zelf vanaf dat moment. De pensioenuitvoerder is verplicht om bij einde deelname de werknemer te informeren over de uitruilmogelijkheden van ouderdomspensioen voor partnerpensioen.. De werknemer krijgt de kans om binnen de door de pensioenuitvoerder gestelde termijn te reageren. Doet hij dit niet, dan bestaat de kans dat het kapitaal dat bestemd is voor ouderdomspensioen in partnerpensioen automatisch wordt omgezet als er sprake is van een partner. Wel moet de pensioenuitvoerder de gewezen deelnemer hierover elk jaar informeren. En kan de gewezen deelnemer altijd aangeven dat de uitruil stopgezet moet worden.
Iemand kan voor ruilen van partnerpensioen kiezen als bijvoorbeeld het partnerpensioen op risicobasis is verzekerd en komt te vervallen bij einde deelname aan de pensioenregeling. Na uitruil mag het partnerpensioen maximaal 70% van het ouderdomspensioen bedragen.
Een pensioenuitvoerder dient kosteloos de uitruil voor deelnemers uit te rekenen. Veel pensioenuitvoerders hebben hiervoor een speciale pensioenplanner. De uitruilmogelijkheden gelden in beginsel alleen voor opgebouwd pensioen na 1 januari 2008. Een pensioenuitvoerder mag ervoor kiezen ook pensioen van voor deze datum uit te ruilen.