Tijdelijk toegankelijk document uit PayRoll Kennisbank PRO

Vrijlating van inkomen Toeslagenwet

De meeste inkomsten van de werknemer en zijn partner hebben invloed op de toeslag, zoals inkomsten uit of in verband met arbeid en uitkeringen. Als er inkomsten uit arbeid zijn, bijvoorbeeld omdat de werknemer of zijn partner (gedeeltelijk) werkt, kan een gedeelte van deze inkomsten worden vrijgelaten. Inkomsten uit vermogen, zoals bijvoorbeeld rente, zijn niet van invloed op de toeslag.

Inkomen uit arbeid

Inkomsten uit arbeid worden voor een deel vrijgelaten. Dit betreft zowel loon uit een dienstbetrekking als winst uit onderneming of zelfstandig beroep.

Gedurende maximaal twee jaar geldt voor inkomen uit arbeid een vrijlating van:

  • een bedrag gelijk aan 5% van het wettelijk minimum(jeugd)loon; en
  • 30% van de meerdere inkomsten.
  • met een maximum van 15% van het minimumloon.

Heeft de partner/huisgenoot naast overige inkomsten bijvoorbeeld een andere uitkering of pensioen? Dan worden deze inkomsten gelijk volledig meegeteld bij de berekening van de toeslag.

VoorbeeldVoorbeeld
Partner heeft inkomen uit arbeid

Inkomen man: € 1.800,00 bruto per maand.  
Inkomen partner: € 400,00 bruto per maand.  
 
Man wordt werkloos.
WW-uitkering 70% × € 1.800,00 = € 1.260,00.
Stel brutominimumloon op € 1.934,40.
 
I Vrijlating inkomen partner: 5% × € 1.934,40 = € 96,72
II Vrijlating van het meerdere: 30% × € 303,28 = € 90,98
  + ------------
Totaal vrij € 187,70
(maximale vrijlating: 15% van € 1.934,40 = € 477,86 )
 
Berekening toeslag:
 
Inkomen WW-uitkering man € 1.260,00
Inkomen partner min totale vrijlating € 212,30
  + ---------------
Totaal € 1.472,30
 
Geldend minimum € 1.934,40
Totaal inkomen € 1.472,30
  - -------------
Toeslag € 462,10
 
Gezinsinkomen: WW € 1.260,00
loon partner € 400,00
toeslag € 462,10
  + ---------------
Totaal bruto per maand € 2.122,10

Overig inkomen

Onder overig inkomen wordt verstaan al het inkomen dat genoten wordt uit de dienstbetrekking nadat die dienstbetrekking is beëindigd. Overig inkomen wordt volledig in mindering gebracht op de toeslag. Dit betekent dat bijvoorbeeld in mindering worden gebracht:

  • inkomsten uit werk (inclusief stagevergoeding)
  • AOW en prepensioen- en flexpensioen en lijfrente;
  • thuiswerkvergoeding;
  • studiefinanciering;
  • een aanvulling op de WW vanuit een vorige werkgever;
  • een bovenwettelijke WW-uitkering;
  • een Nederlands arbeidsongeschiktheidspensioen, invaliditeitspensioen, nabestaandenpensioen en pensioen van een ex-partner;
  • een uitkering uit een particuliere verzekering (schadevergoeding);
  • inkomsten uit werkzaamheden voor iemand met een persoonsgebonden budget (PGB);
  • een uitkering uit het buitenland;
  • vergoeding voor vrijwilligerswerk. Een te hoge vergoeding kan gevolgen hebben voor de hoogte van de uitkering een Private Aanvulling WW en WGA (PAWW);
  • UWV-uitkering(en) van een eventuele partner.

Inkomsten die geen invloed op de hoogte van de toeslag hebben zijn onder meer:

  • alimentatie
  • huur-, zorg- of kinderopvangtoeslag (ontvangen van de Belastingdienst)
  • bijstandsuitkering
  • spaargeld of vermogen
  • transitievergoeding
  • schadevergoeding
  • belastingvrije schenking
  • reiskosten- of telefoonvergoeding
  • ontslagvergoeding
  • aanzegvergoeding
  • erfenis
  • kinderbijslag
  • het eigen persoonsgebonden budget (pgb)
    Let op: inkomsten uit werkzaamheden voor iemand met een pgb moeten wel worden doorgegeven
  • Belastingteruggave in het kader van de aangifte inkomstenbelasting
  • Uitkeringen van UWV.
Links in de kennisbank
Wet- en regelgeving
Vrijlating inkomsten
Externe links
Bedrijfseigen documenten
Overige informatie
/prol/
Docnr: 28132