
Geplaatst op 22 maart 2018, door Frans la Poutré (franslapoutre@2xplain.nl)
De fiets van de zaak is weer in het nieuws, en als
fietsliefhebber heeft dat dan meteen mijn aandacht. Wat is het geval:
Staatssecretaris Snel van Financiën heeft ontdekt dat de regeling voor de fiets
van de zaak veel ingewikkelder is dan die voor de auto van de zaak. Voor de
fiets bestaat geen forfaitaire bijtelling; fietsers moeten dus al hun
kilometers registreren en het genoten voordeel bij hun inkomen tellen. Terecht
concludeert hij dat dat onlogisch is. Met een versimpeling van de regels moet
dat vanaf 2020 rechtgetrokken zijn. De regels voor de fiets van de zaak moeten
dan net zo eenvoudig zijn als die voor de auto van de zaak.
Een lofwaardig streven, maar ik ben wel benieuwd naar de
uitvoering. Krijgen we net als bij de auto verschil tussen fietsen van vóór
2012, van tussen 2012 en 2015, tussen 2015 en 2017 en vanaf 2017? Hoe zit het
met mijn oude Fongers rijwiel van 1980? Een oldtimer, dus 35%? Hoewel, als ik
privé minder dan 500km per jaar fiets vervalt neem ik aan de bijtelling.
O, maar wacht even: de uitstoot van een fiets is per
definitie 0%. Dan wordt de bijtelling dus maximaal 4%. Voor zo’n 750 euro heb
je best een aardige keuze aan fietsen. Dan praten we dus over een jaarlijkse
bijtelling van 30 euro. Een e-bike is een stukje duurder, maar ook daarvoor zal
de bijtelling de 100 euro niet snel overschrijden.
Voor de gebruiker zullen die bedragen weinig weerstand
oproepen. De gemiddelde jaarlijkse servicebeurt zal al gauw meer kosten. Ik
vraag me af of de staatssecretaris zijn kostbare tijd niet beter aan iets kan
besteden dat meer zoden aan de dijk zet. Ik vermoed dat er meer
fietsen-van-de-zaak zijn dan de staatssecretaris denkt, maar dat niemand de
moeite neemt om een kilometeradministratie bij te houden. Het gaat immers zowat
nergens over. En als het nergens over gaat, kun je er maar beter geen energie
in stoppen.
Of denkt de staatsecretaris over een hoger percentage dan
4%? Dat kan ik me nauwelijks voorstellen. Ik kan namelijk geen goede reden
bedenken waarom een fiets zwaarder zou moeten worden belast dan een auto.
Fietsen moet immers gestimuleerd worden.
Eerlijk gezegd verwacht ik sowieso niks van wat voor
regeling dan ook. Er zijn 22,5 miljoen fietsen in Nederland. Dat is 1,3 fiets
per inwoner. Iedereen heeft een fiets, alleen niet iedereen gebruikt hem. Dat
verandert niet door een fiets van de zaak, want ook daarop word je nog altijd
nat, bezweet of moe, kan je weinig meenemen en moet je eerder van huis
vertrekken. En dat zijn de redenen om niet te fietsen.
Als de staatssecretaris per se wat wil regelen, laat hij er dan voor kiezen de waarde van het privégebruik van een fiets jaarlijks op een vast bedrag te waarderen, dat volgens de berekening hierboven dan niet hoger dan 30 euro moet zijn. Makkelijk te
controleren en we zijn meteen van nodeloze dubbeltjesadministratie verlost. Het
stimuleren van het gebruik van de fiets vraagt meer dan een fiscale maatregel.
Ik heb wel wat ideeën, maar die vallen buiten het bestek van deze blog.