Tijdelijk toegankelijk document uit PayRoll Kennisbank PRO

Kostendelersnorm

Vanaf 1 januari 2015 ontvangen bijstandsgerechtigden vanwege de introductie van de zogeheten kostendelersnorm een lagere bijstandsuitkering als zij hun woonkosten kunnen delen met huisgenoten van 27 jaar (tot 2023: 21 jaar) of ouder. Dit omdat mensen die gezamenlijk in een huis wonen, gezamenlijke kosten hebben voor het voeren van een huishouding. Hierdoor zijn de kosten per persoon lager dan wanneer deze persoon alleen zou wonen. Het kabinet heeft daarom besloten dat de hoogte van de uitkering wordt aangepast als een uitkeringsgerechtigde met meerdere mensen een woning deelt. De uitkeringsgerechtigde krijgt dan te maken met de 'kostendelersnorm': naar mate meer mensen in een huis wonen, ontvangt iedere afzonderlijke uitkeringsgerechtigde een lagere uitkering omdat meer mensen de kosten kunnen delen. Als één van hen werk vindt en deze persoon niet gehuwd is of een gezamenlijk huishouden voert, wordt het inkomen hieruit niet verrekend met de overige uitkeringen in het huishouden, omdat werk moet lonen.

De kostendelersnorm geldt niet alleen voor mensen in de bijstand, maar ook voor mensen in de Anw, IOAW, IOAZ en Toeslagenwet.

De hoogte van de bijstand per persoon wordt verlaagd naarmate er meer volwassenen in een huishouden aanwezig zijn. Dit voorkomt stapeling van uitkeringen, waardoor de inkomsten hoger zijn dan bij de buurman of buurvrouw die aan het werk is. De inkomsten van gezinsleden binnen het huishouden worden niet verrekend met de uitkering van de bijstandsontvanger.

Normbedragen volgens kostendelersnorm

Aantal personen van 21 jaar of ouder in een huishouden Bijstandsnorm per persoon Totale bijstandsnorm als alle personen bijstand ontvangen
1 70% 70%
2 50% 100%
3 43,33% 130%
4 40% 160%
5 38% 190%

De kostendelersnorm geldt ook voor huishoudens met meer dan 5 personen. De totale bijstandsnorm is 40% + (aantal leden huishouden) x 30%. De normhoogte per persoon is de totale bijstandsnorm gedeeld door aantal leden in een huishouden.

Sommige volwassenen tellen niet mee voor de kostendelersnorm. Wie niet meetellen, zijn:

  • gehuwden,
  • jongeren tot 27 jaar,
  • huurders die een commercieel huurcontract hebben en een commerciële huurprijs betalen (met uitzondering van bloed- en aanverwanten in de 1e en 2e graad),
  • studenten die onderwijs volgen waarvoor studiefinanciering op grond van de WSF of de WTOS mogelijk is,
  • studenten die een Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)-opleiding volgen.

Met betrekking tot de tweede groep geldt dat jongeren tot 21 jaar (18, 19 en 20) niet meetellen voor het vaststellen van de kostendelersnorm van medebewoners en dat de jongeren zelf, indien ze een uitkering hebben, niet onder de kostendelersnorm kunnen komen te vallen. De kostendelersnorm is voor nieuwe bijstandsgerechtigden ingegaan per 1 januari 2015 en is voor bestaande bijstandsgerechtigden gaan gelden vanaf 1 juli 2015.

De Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter in het bestuursrecht, heeft op 1 november 2016 geoordeeld dat de kostendelersnorm geoorloofd is. Met de verlaging door de kostendelersnorm blijft volgens de wetgever de vangnetfunctie van de bijstand gewaarborgd, blijft het lonend om te werken en wordt een bijdrage geleverd om de schatkist van de overheid op orde te brengen.

In de laatste jaren is een maatschappelijke en politieke discussie ontstaan over de kostendelersnorm. Uit onderzoek van APE Public Economics B.V. blijkt dat diverse groepen negatieve gevolgen ondervinden van de kostendelersnorm. Dit geldt bijvoorbeeld voor jongeren van 21 jaar aan wie de ouders vragen niet langer thuis te blijven wonen en voor dak- en thuislozen die moeilijker bij vrienden en kennissen terecht kunnen. Dit heeft geleid tot het wetsvoorstel Uitvoeren breed offensief om de leeftijdsgrens voor het toepassen van de kostendelersnorm te verhogen naar 27 jaar. De Tweede Kamer heeft deze wet unaniem aangenomen, zodat de verwachting reëel is dat dit per 1 januari 2023 gewijzigd wordt.

Dit betekent dat personen jonger dan 27 jaar niet meer meetellen als kosten-deler bij de bijstand van een ander. Andersom geldt dat de kostendelersnorm wel geldt voor personen vanaf 21 jaar. Die leeftijdsgrens wordt niet opgetrokken naar 27 jaar. Dit is een bewuste keuze van de wetgever. Dit verschil wordt met het volgende voorbeeld aangetoond.

Voorbeeld
Een kind van 23 jaar woont bij zijn ouders (allebei 51 jaar). Allen hebben recht op algemene bijstand voor het levensonderhoud. Het kind is geen kostendelende medebewoner meer voor de bijstand van zijn ouders. De ouders hebben recht op de normale gehuwdennorm. Op het kind is wel de kostendelersnorm van toepassing. Hij is immers ouder dan 21 jaar. En zijn ouders zijn kostendelende medebewoners want zij zijn allebei ouder dan 27 jaar. Er bestaat recht op de kostendelersnorm ter hoogte van 43,33% van de gehuwdennorm.

Jongeren tot 27 jaar moeten overigens nu eerst vier weken zelf op zoek naar werk of een nieuwe opleiding voordat de aanvraag van de bijstand in behandeling wordt genomen. Met het Breed Offensief is geregeld dat de zoektermijn niet langer geldt voor jongeren die een jaar voor de bijstandsaanvraag nog ingeschreven waren bij het praktijkonderwijs of speciaal onderwijs en ook niet voor jongeren met een medische urenbeperking of die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie. Voor andere jongeren blijft de zoektermijn wel gelden. Tijdens de zoektermijn ondersteunt de gemeente de jongere nog niet richting werk. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, kan de gemeente die ondersteuning wel bieden als dit volgens hen noodzakelijk is.

Wet- en regelgeving
Kostendelende medebewoner
Bedrijfseigen documenten
Overige informatie
/prol/
Docnr: 103022