Tijdelijk toegankelijk document uit PayRoll Kennisbank PRO

Hoogte AOW-uitkering


Voor de AOW worden net als in de andere sociale wetten niet gehuwd samenwonende personen gelijkgesteld met gehuwden. Gehuwde mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, hebben beiden een zelfstandig recht op een AOW-pensioen. Dit bedraagt voor ieder 50% van het nettominimumloon.

Mensen die AOW-gerechtigd worden en een jongere partner hebben, ontvangen een AOW-uitkering van 70% van het nettominimumloon. Voor de jongere partner kan eventueel een toeslag worden verkregen als het recht op een AOW-uitkering is ontstaan vóór 1 januari 2015. Zolang de partner niet te veel verdient, blijft het recht op toeslag bestaan. Het recht op toeslag vervalt definitief op het moment dat het inkomen van de partner te hoog wordt. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de volgende drie factoren:

  1. het aantal jaren dat de partner verzekerd is geweest voor de AOW;
  2. de inkomsten van de partner; en
  3. de inkomsten van de AOW-gerechtigde en diens partner samen.

De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de jongere partner. Van dit inkomen (voor zover verkregen uit arbeid) wordt eerst een deel buiten beschouwing gelaten. Deze vrijlating bedraagt 15% van het brutominimumloon (€ 310,41 vanaf 1 januari 2024) en een derde deel van het meerdere aan bruto-inkomsten. Wat daarna overblijft, wordt in mindering gebracht op de toeslag. Inkomen in verband met arbeid, bijvoorbeeld een sociale verzekeringsuitkering, wordt geheel gekort op de toeslag. Bij een inkomen van de partner dat bruto meer bedraagt dan € 1.873,56 bruto per (januari 2024) per maand, bestaat er geen recht op toeslag meer. Ontvangt de jongere partner een (vervroegd) pensioen of een uitkering, zoals een werkloosheidsuitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering, dan worden deze inkomsten volledig in mindering gebracht op de toeslag. Ontvangt de jongere partner een pensioen of uitkering die hoger is dan € 1.042,10 (januari 2024) bruto per maand, dan bestaat er in deze situatie geen recht op toeslag meer.

Huishoudens met een gezamenlijk inkomen vanaf € 3.620,64 per maand (bedrag per 1 januari 2024) krijgen een lagere AOW-partnertoeslag. De verlaging bedraagt 10% van de toeslag. Bij de beoordeling van het gezamenlijke inkomen telt ook het AOW-pensioen zelf mee.

Voorbeeld
De eerste € 310,41 (bedrag per 1 januari 2024, zijnde 15% van € 2.070 het brutominimumloon bij een 36-urige werkweek) van het partnerinkomen uit arbeid is vrijgesteld. Ook een derde deel van het inkomen daarboven telt niet mee. Als de partner dus € 1.000 bruto verdient, telt de eerste € 310,41 niet mee. Ook een derde deel van (€ 1.000 – € 310,41 = € 689,59 is vrijgesteld, wat uitkomt op € 229,86 . In totaal is dus € 540,27 vrijgesteld. Op de toeslag wordt dan € 1.000 – € 540,27 = € 459,73 ingehouden.

Is de AOW-toeslag gestopt, vanwege het te hoge inkomen van de partner, maar wordt het inkomen daarna lager? Dan bestaat soms toch recht op een AOW-toeslag als:

  • het inkomen van de partner maximaal 3 maanden te hoog is
  • het inkomen van de partner vanwege steeds andere redenen langer dan 3 maanden te hoog is.
  • de partner door de coronacrisis langer dan 3 maanden tijdelijk (meer) is gaan werken in een cruciaal beroep. Het werken is begonnen en gestopt in de periode dat de noodmaatregelen van het kabinet gelden. Op dit moment is dat van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2021. Zie hier voor een lijst van cruciale beroepen: lijst van cruciale beroepen
  • het inkomen van de partner iedere maand is en dit langer dan 3 maanden, maar korter dan 12 maanden duurt
  • de partner als zelfstandige of freelancer werkt en het inkomen is langer dan 12 maanden te hoog. Door middeling bij de Belastingdienst blijkt het gemiddelde inkomen over 3 kalenderjaren toch lager

Voor een ongehuwde pensioengerechtigde bedraagt de AOW-uitkering 70% van het nettominimumloon. Als twee ongehuwde AOW’ers gaan samenwonen, wordt hun pensioen – tenzij ze bloedverwanten in de eerste graad zijn, zoals ouders en (stief)kinderen – verlaagd en krijgen ze samen een gehuwdenpensioen. Hierop geldt een uitzondering als de reden voor het gaan samenwonen is, dat een van beide hulpbehoevend wordt. Als beiden in zo’n geval wel hun eigen huis aanhouden, kan de zorgregeling van toepassing zijn: beiden behouden dan het ongehuwdenpensioen.

AOW-inkomensondersteuning

De AOW-tegemoetkoming is vanaf januari 2024 bruto € 5,50 per maand. Op 1 januari 2015 is de tegemoetkoming KOB (Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen) afgeschaft. Op dezelfde datum is de inkomensondersteuning AOW ingevoerd. Voor veel mensen is er niets veranderd. Iedereen die vóór 1 januari 2015 AOW-gerechtigd was, ontving de tegemoetkoming KOB. Het maakte niet uit of iemand volledig, gedeeltelijk of geen AOW had opgebouwd. Het verschil met de tegemoetkoming KOB is dat de inkomensondersteuning AOW afhankelijk is van hoeveel AOW iemand heeft opgebouwd. Voor AOW’ers met een volledige AOW (100% opbouw) verandert er niets. Zij ontvangen een inkomensondersteuning AOW van € 5,50. Voor diegenen met een onvolledige AOW betekent het dat zij minder geld ontvangen. Iemand die bijvoorbeeld 50% AOW heeft opgebouwd, ontvangt nu 50% inkomensondersteuning. Voor mensen die geen AOW en alleen KOB ontvingen, betekent het dat zij geen inkomensondersteuning AOW meer krijgen. Deze mensen hebben allemaal persoonlijk bericht gekregen.

Tweewoningenregel

Ouderen met een AOW-uitkering die samenleven maar ieder een eigen (huur)huis hebben, worden vanaf 1 februari 2014 gezien als niet-samenwonend. Hierdoor ontvangen zij een hogere AOW-uitkering. De wijziging zorgt er voor dat de richtlijnen voor AOW-ers die intensief met elkaar optrekken duidelijker worden. Dit staat bekend als de tweewoningenregel.

Het gaat specifiek om ongehuwde AOW-ers die ieder een eigen (huur)woning hebben en daarvoor kosten maken. Ze ontvangen vanaf februari 2014 een AOW uitkering van 70% van het minimumloon. Ze vallen dus niet terug naar 50%. Dat kan per maand enkele honderden euro’s schelen. De gelijkstelling geldt niet als er meer dan twee meerderjarige personen samenwonen, omdat er dan sprake is van een meerpersoonshuishouden.

Actuele uitkeringsbedragen

De actuele hoogte van de uitkering vindt u in het overzicht Uitkeringsbedragen. Hierin is overigens nog niet de AOW-inkomensondersteuning verwerkt. Die komt bovenop de vermelde bruto AOW-bedragen. Over een AOW-uitkering moeten naast de belasting ook de Wlz-premie en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet worden betaald. De vakantie-uitkering wordt één maal per jaar in mei uitbetaald.

Externe links
Bedrijfseigen documenten
Overige informatie
/prol/
Docnr: 28074