Minimumloon: 7 wijzigingen op een rij

Minimumloon: 7 wijzigingen op een rij

Geplaatst op 13 april 2017, door Jos van Weert (josvanweert@2xplain.nl)

In een periode van slechts anderhalf jaar zijn er in de sfeer van het minimumloon 7 ingrijpende wijzigingen aangekondigd en deels al doorgevoerd. Deze wijzigingen hebben in de meeste gevallen niet alleen gevolgen voor de minimumloners, maar ook op werknemers met een hoger inkomen. We zetten ze chronologisch voor u op een rijtje.

1. Minimumloon giraal betalen

Met ingang van 1 januari 2016 zijn werkgevers verplicht het netto equivalent van het minimumloon via de bank aan de werknemer uit te betalen. Contante betalingen van dit deel van het loon zijn niet langer toegestaan. Deze maatregel geldt voor alle werknemers. Voor deeltijders moet het netto equivalent naar rato worden vastgesteld. Werkgevers moeten nagaan of de bankrekening waarnaar dit deel van het loon wordt uitbetaald aan de werknemer toebehoort. De werknemer kan de werkgever overigens schriftelijk machtigen om zijn loon over te maken naar een andere bankrekening. Bijvoorbeeld als de werknemer zelf geen bankrekening heeft. Of als het loon in het kader van schuldhulpverlening naar een derdenrekening moet worden overgemaakt.

2. Inhoudingen op het minimumloon

Oorspronkelijk waren vanaf 1 januari 2016 ook alle constructies verboden waardoor een werknemer minder dan het periodieke minimumloon uitbetaald zou krijgen. Deze maatregel is later echter uitgesteld tot uiteindelijk 1 januari 2017. Wettelijke inhoudingen zoals loonheffing, pensioenpremies, het werknemersdeel in de Wga-premie en loonbeslag blijven mogelijk. Voor andere inhoudingen en verrekeningen geldt het netto equivalent van het periodieke minimumloon als absolute ondergrens. Door inhoudingen van maaltijden, verkeersboetes, verzekeringspremies, de personeelsvereniging en dergelijke kan een werknemer niet onder deze ondergrens komen. Voor werknemers met een hoger loon geldt deze ondergrens dus ook. Met bijzondere beloningen (zoals vakantiegeld, 13e maand en overwerkbeloning) kan meer verrekend worden. Daar geldt geen ondergrens.

Op het verbod zijn enkele uitzonderingen geformuleerd. Inhouding van kosten voor huisvesting (tot maximaal 25% van het minimumloon) en zorgverzekering is onder strikte voorwaarden wel mogelijk. Voor werknemers met een arbeidsbeperking zijn hiernaast ook inhoudingen mogelijk voor nutsvoorzieningen, rioolheffing en waterschapsbelasting. Voor alle inhoudingen geldt in ieder geval als één van de voorwaarden dat de werknemer hiervoor een schriftelijke volmacht aan de werkgever geeft.

Webinar minimumloon 2017 

3. Minimumjeugdlonen

Op 1 juli 2017 worden de regels met betrekking tot de minimumjeugdlonen aangepast. Het minimumjeugdloon voor 22-jarigen vervalt. Dat betekent, dat 22-jarigen voortaan recht hebben op ten minste het “volwassen” minimumloon. Om de kloof tussen 21- en 22-jarigen dan niet te groot te maken, worden de minimumjeugdlonen voor jongeren van 18 tot en met 21 jaar verhoogd.

Later, zoals het er nu uitziet in 2019, vervalt waarschijnlijk ook het minimumjeugdloon voor 21-jarigen. De exacte ingangsdatum hiervan is nog niet bekend. Eerst wordt het wegvallen van het minimumjeugdloon voor 22-jarigen geëvalueerd.

4. Minimumloon voor opdrachtnemers

Het wettelijk minimumloon gaat ook gelden voor personen die tegen beloning arbeid verrichten op basis van een overeenkomst van opdracht, tenzij het gaat om mensen die fiscaal als ondernemer worden beschouwd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan post- en pakketbezorgers. Nu geldt het minimumloon pas als de overeenkomst geldt voor langer dan 3 maanden en meer dan 5 uren per week. De Eerste Kamer is akkoord gegaan met de wetswijziging, die ingaat 6 maanden na publicatie in het Staatsblad. Dat laatste is bij het schrijven van dit artikel nog niet gebeurd.

5. Minimumjeugdloonvoordeel

Door de verhoging van het wettelijk minimumloon voor de leeftijd van 18 tot en met 21 jaar, krijgen werkgevers te maken met hogere loonkosten. Dit nadeel wordt gecompenseerd via het minimumjeugdloonvoordeel. De compensatie wordt uitgedrukt in een vast bedrag per verloond uur en is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en het gemiddelde uurloon in het kalenderjaar. Het minimumjeugdloonvoordeel wordt na afloop van een kalenderjaar automatisch berekend en in het derde kwartaal door de Belastingdienst uitbetaald aan de werkgevers die daar recht op hebben.

De verhoging van het minimumjeugdloon gaat in per 1 juli 2017. De compensatieregeling kan echter pas op 1 januari 2018 in werking treden. Daarom wordt de compensatie voor het jaar 2018 vermenigvuldigd met 1,5. Voor alle duidelijkheid: dat wordt dan pas in het derde kwartaal van 2019 uitbetaald.

6. Meerwerk

Op dit moment kennen we een minimumloon dat geldt voor de bij de werkgever geldende normale arbeidsduur. Als een werknemer minder werkt dan de normale arbeidsduur, mag de werkgever evenredig minder betalen. Maar als de werknemer meer werkt dan de normale arbeidsduur, hoeft de werkgever niet evenredig meer te betalen. Is de normale arbeidsduur 40 uur per week, en werkt de werknemer 45 uur per week, dan kan de werkgever nu dus volstaan met 100% van het wettelijk minimumloon.

Daar komt op 1 januari 2018 verandering in. Vanaf dat moment geldt voor meerwerk evenredig meer minimumloon. Over de meeruren moet dus tenminste het minimumloon per uur worden uitbetaald. Het minimumloon over deze meeruren moet in beginsel in geld worden uitbetaald. Slechts onder strikte voorwaarden mag dit deel van het loon worden gecompenseerd met vrije tijd. Als er over deze uren meer dan het minimumloon wordt betaald, mag het meerdere wel met vrije tijd worden gecompenseerd.

7. Stukloon

Op dezelfde datum wijzigen ook de regels voor stukloon. Nu geldt voor het minimumloon bij stukloon de tijd, die redelijkerwijs met de uitvoering van de verrichte arbeid is gemoeid. Dat leidt tot oeverloze discussies. Bovendien kan een iets te langzame werknemer zo minder dan het minimumloon per uur krijgen. Vanaf 1 januari 2018 geldt de daadwerkelijke tijd die de werknemer heeft besteed aan de uitvoering van de verrichte arbeid. Over deze tijd moet dus tenminste het minimumloon worden uitbetaald.

Bepaalde bedrijfstakken kunnen voor specifieke werkzaamheden worden uitgezonderd van de nieuwe regel. Voor de uitbetaling van stukloon zal dan niet de werkelijk bestede tijd bepalend zijn, maar een op verzoek van de Stichting van de Arbeid vastgestelde tijd, de zogenaamde stukloonnorm. Dit verzoek komt tot stand in overleg met werkgevers en werknemers in de bedrijfstak.

Tot slot

Met deze maatregelen wil het kabinet verkapte ontduiking van het minimumloon aanpakken en de leeftijd waarop het minimumloon wordt betaald meer in lijn brengen met omringende landen. Over de vraag of het daarvoor de juiste instrumenten heeft gekozen wil ik me niet uitlaten. Dat moet over een aantal jaren vanzelf blijken, als de regels tenminste niet worden aangepast voordat het effect duidelijk is. Dat laatste zien we helaas regelmatig gebeuren. Wat ik me wel afvraag is hoe deze aanpassingen te rijmen zijn met het streven naar verlichting van administratieve lasten. Uw administratie wordt er niet eenvoudiger op, zeker als u veel met werknemers met een minimum(jeugd)loon of net iets meer werkt. En het voorfinancieren van het minimumjeugdloonvoordeel zal niet vanzelfsprekend binnen ieders mogelijkheden vallen.

Op 25 april 2017 ga ik tijdens een webinar van 10:00 tot 11:00 dieper in op de wijzigingen in het minimumloon én op de administratieve gevolgen daarvan. Luister, kijk en doe mee. Heeft u niet eerder een 2Xplain-webinar gevolgd dan kost het u niets. Meld u wel even aan via https://www.2xplain.nl/Opleiding/webinar-april.

Praat mee op Discussiegroep salarisadministratie op LinkedIn of volg ons via www.facebook.com/2xplain of


Naar alle blogs

Docnr: 111062