Waarom de fiets best in de WKR mag

Waarom de fiets best in de WKR mag

Geplaatst op 27 oktober 2014, door Frans la Poutré (franslapoutre@2xplain.nl)

Zo fanatiek als vroeger ben ik niet meer. Ver voordat groepjes fietsers in te strakke, felgekleurde pakjes, al reclamemakend en gevolgd door een busje met reservematerialen de straten onveilig begonnen te maken, fietste ik al op een volgepakt, van mijn krantenwijkje gespaard tweedehandsje de Galibier en de Ventoux op. In mijn jonge jaren was ik zelfs nog betrokken bij de oprichting van de Fietsersbond, die toen nog ENWB werd genoemd, met een sneer naar de bijna gelijknamige ANWB.

Dat was allemaal voordat ik mijn arbeidzame leven begon; inmiddels richt mijn blik zich op het onlangs met 2 jaar uitgestelde einde van die levensfase. Ongetwijfeld zal de fiets dan weer veelvuldiger uit de schuur gehaald worden, maar dat is toch niet de reden om er nu al over te schrijven.

Gewetensnood

Wat is er dan wel aan de hand? Ik verkeer in ernstige gewetensnood. Over de fietsregeling, om precies te zijn. Heel fietsend Nederland valt over Wiebes, die voor de fiets geen uitzondering wil maken binnen de werkkostenregeling. En hoewel heel fietsend Nederland mijn volledige sympathie heeft, vind ik dat de staatssecretaris gelijk heeft. Dat schuurt, zoals dat tegenwoordig heet.

De fietsregeling is een aantal jaren geleden ingevoerd om het woon-werkverkeer per fiets te stimuleren. De werkgever mocht werknemers eens per 3 jaar een fiets geven als zij die minstens de helft van het aantal werkdagen voor woon-werkverkeer gebruikten en aan enkele andere voorwaarden werd voldaan. Tot zover was het simpel. Toen gingen de adviseurs zich ermee bemoeien en werd het ingewikkeld. Er werden regelingen opgetuigd waarbij werknemers brutoloon inleverden in ruil voor een fiets en zo "belastingvrij" een fiets konden kopen. Er ontstonden speciale fiets-van-de-zaak-bedrijfjes die alles regelden en de fietsregeling begon te lopen als een trein.

Sigaar uit eigen doos

Wat in alle voorlichting over de fietsregeling steeds onderbelicht is gebleven zijn de nadelen die pas op termijn zichtbaar (kunnen) worden. Deze zouden zich nooit hebben voorgedaan als de oorspronkelijke bedoeling van de fiscale vrijstelling was gevolgd. De fiets was dan een leuke extra secundaire arbeidsvoorwaarde gebleven. Door de constructie waarbij loon wordt ingeleverd, verlagen de werknemers hun brutoloon. En daarmee ook de grondslag voor uitkeringen en, afhankelijk van de pensioenregeling, het pensioen. Wie werkloos of ziek wordt krijgt sowieso slechts een percentage van het laatstverdiende loon. De verlaging van het brutoloon werkt dan wel door gedurende de hele uitkeringsperiode. Wie na zijn pensionering nog 15 jaar leeft ondervindt 15 jaar de negatieve gevolgen van zijn vrijwillige loonsverlaging. Het is niet alleen maar leuk belasting besparen; het is grotendeels een sigaar uit eigen doos. Afschaffen van de fietsregeling is op lange termijn ook voor werknemers het beste.

Politieke moed

Voor de fietsbranche is het natuurlijk sneu als de vrijstelling voor de fiets van de zaak sneuvelt. Aan de andere kant was het voor hen een onverwachte meevaller die ze in de schoot geworpen kregen toen de regeling werd ingevoerd. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben nou eenmaal verschillende gevolgen voor verschillende (belangen)groepen. Met de werkkostenregeling wordt een serieuze poging gedaan om de wildgroei aan fiscale regelingen te beperken tot één eenvoudig systeem voor kostenvergoedingen. Als we willen dat het belastingstelsel ooit echt eenvoudig wordt, moeten we accepteren dat allerlei losse regels voor specifieke situaties verdwijnen, ook al heeft dat voor sommigen vervelende gevolgen. Dat vereist een langetermijnvisie en politieke moed, maar uiteindelijk profiteert iedereen (behalve de adviessector) van een simpel en overzichtelijk fiscaal stelsel.

En het milieu dan?

Zouden mensen de keuze voor woon-werkverkeer per fiets of auto echt af laten hangen van de vraag wie de fiets betaald heeft? Ik vraag het me af. Ik heb twee keer in mijn leven een nieuwe fiets gekocht. Het Fongers herenrijwiel uit 1980 doet nog dienst als woon-werkfiets voor mijn zoon, op de Batavus Citybike uit 1996 draai ik zelf mijn kilometers. Iedere drie jaar een nieuwe fiets, dat lijkt me ook onnodige verspilling. Tenzij je de oude telkens weet door te verkopen. Maar dat hoeven we toch niet fiscaal te faciliteren?

Relevante links:

Naar alle blogs

Docnr: 79743