Tijdelijk toegankelijk document uit PayRoll Kennisbank PRO

Loonheffingskorting

(Deze versie geldt vanaf 1 januari 2019)

KortingenBij de berekening van de loonheffing wordt rekening gehouden met de loonheffingskorting. De actuele bedragen van alle heffingskortingen raadpleegt u hier. De loonheffingskorting is opgebouwd uit de volgende heffingskortingen:

  • algemene heffingskorting, een bedrag waar iedereen in beginsel recht op heeft. Vanaf een grensbedrag wordt de algemene heffingskorting met een percentage afgebouwd tot deze uiteindelijk nihil is.
  • arbeidskorting, een percentage van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking tot een maximumbedrag per jaar. Voor zover dit loon lager is dan een grensbedrag geldt een laag opbouwpercentage. Voor zover het loon hoger is dan dit grensbedrag is het hoge opbouwpercentage van toepassing. Bij inkomens tussen twee grensbedragen wordt de arbeidskorting geleidelijk afgebouwd tot nihil.
  • Voor ingezetenen die de pensioengerechtigde leeftijd ingevolge de AOW hebben bereikt geldt een lagere algemene heffingskorting en arbeidskorting, omdat zij geen AOW-premie meer betalen.
  • Ouderenkorting, voor werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd ingevolge de AOW hebben bereikt. Met een inkomen van minder dan het grensbedrag bestaat recht op de volledige korting. Is het inkomen hoger, dan wordt de korting verminderd met een percentage van het hogere inkomen tot de korting nihil bedraagt.Alleenstaande oudere
  • alleenstaande ouderenkorting voor werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd ingevolge de AOW hebben bereikt, en die een AOW-uitkering voor alleenstaanden ontvangen. Deze korting wordt uitsluitend door de SVB berekend. Deze korting bedraagt een vast bedrag per jaar.
  • jonggehandicaptenkorting van een bepaald bedrag per jaar, voor iedereen die recht heeft op een Wajong-uitkering.
  • levensloopverlofkorting was een bedrag voor ieder jaar dat een werknemer t/m 2011 deelnam aan de levensloopregeling. Deze levensloopverlofkorting werd berekend zodra levenslooploon werd opgenomen. Vanaf 1 januari 2012 werd geen nieuwe levensloopverlofkorting meer opgebouwd. De levensloopregeling eindigde definitief einde 2021. De opgebouwde levensloopverlofkortingen werden met het uitgekeerde saldo verrekend, of in de aangifte IB over 2021. Werknemers van 62 jaar en ouder, die levenslooploon opnamen, hadden over het bedrag van de opname geen recht op arbeidskorting.
Links in de kennisbank
Actuele heffingskortingen
Wet- en regelgeving
Standaardloonheffingskorting
Bedrijfseigen documenten
/prol/bkl/
Docnr: 23725